Uraltes Wehn vom Meer,
Meerwind bei Nacht:
du kommst zu keinem her;
wenn einer wacht,
so muß er sehn, wie er
dich übersteht:
uraltes Wehn vom Meer
welches weht
nur wie für Urgestein,
lauter Raum
reißend von weit herein.
Capri, Piccola Marina
Oeroud waaien uit zee,
zeewind bij nacht:
jij komt op niemand toe;
als iemand waakt,
moet hij maar zien, hoe hij
jou doorstaat:
oeroud waaien uit zee,
wat waait alleen
als voor oeroude steen,
en luide ruimte
van ver aansleept.
O wie fühlt dich ein
treibender Feigenbaum
oben im Mondschein.
Rainer Maria Rilke 1875 - 1926
Capri, januari 1907
O hoe voelt jou een
bottende vijgenboom
boven in't maanlicht.