Musik: Atem der Statuen. Vielleicht:
Stille der Bilder. Du Sprache wo Sprachen
enden. Du Zeit,
die senkrecht steht auf der Richtung vergehender Herzen.
Muziek: adem van standbeelden. Misschien:
stilte van beelden. Jij taal waar talen
ophouden. Jij tijd,
die loodrecht staat op de richting van verflauwende harten.
Gefühle zu wem? O du der Gefühle
Wandlung in was? -: in hörbare Landschaft.
Du Fremde: Musik. Du uns entwachsener
Herzraum. Innigstes unser,
das, uns übersteigend, hinausdrängt, -
heiliger Abschied:
da uns das Innre umsteht
als geübteste Ferne, als andre
Seite der Luft:
rein,
riesig,
nicht mehr bewohnbar.
Rainer Maria Rilke 1875 - 1926
München, 11/12 januari 1918
Gevoelens voor wie? O jij, die gevoelens
omzet waarin? - : in hoorbaar landschap.
Jij vreemde: muziek. Jij ons ontgroeide
hartruimte. Innigste van ons,
dat, ons overstijgend, naar buiten drijft, -
heilig afscheid:
daar het innerlijke ons omringt
als beoefendste verte, als andere
kant van de lucht:
rein,
reusachtig,
niet meer bewoonbaar.