Πολιοὶ μὲν ἡμὶν ἤδη κρόταφοι
Grijs zijn mijn slapen al
πολιοὶ μὲν ἡμὶν ἤδη κρόταφοι κάρη τε λευκόν,
χαρίεσσα δ' οὐκέτ' ἥβη πάρα, γηραλέοι δ' ὀδόντες,
γλυκεροῦ δ' οὐκέτι πολλὸς βιότου χρόνος λέλειπται·
διὰ ταῦτ' ἀνασταλύζω θαμὰ Τάρταρον δεδοικώς·
Ἀίδεω γάρ ἐστι δεινὸς μυχός, ἀργαλῆ δ' ἐς αὐτὸν
κάτοδος· καὶ γὰρ ἑτοῖμον καταβάντι μὴ ἀναβῆναι.
Ἀνακρέων ὁ Τήϊος
ca 575 – ca 495 voor de jaartelling
Grijs zijn mijn slapen al en mijn hoofd is wit,
mijn mooie jeugd voorgoed voorbij, mijn tanden oud,
veel tijd van mijn zoete leven voorgoed verstreken.
Daarom komen vaak mijn tranen, bang voor de Tartaros.
Hades is immers een gruwelijk gat, de weg erheen is zelfs
vol smart. Want wie daarheen gaat, komt niet terug.
Anacreon van Teos
fragment 395
vertaling © Klaarzin 2022